Hanneke van Veen

Archive for mei 2011

De behoefte om zelf iets eetbaars te kweken is momenteel groot. Men heeft het zelfs al over een ecotrend. In supermarkten, grootwinkelbedrijven en tuincentra worden zaden en kleine plantjes om verder op te kweken aangeboden. Ook op internet vind je uitleg en enthousiaste verslagen over deze ‘rage.’ Het is ook erg leuk om zelf iets te zaaien, te zien opgroeien en het later te verorberen. Dat is voor kinderen leuk, voor volwassenen en zelfs voor oude mensen die niet meer kunnen bukken.

Door eetbaar groen te verbouwen onderscheidt je je van al die andere tuinfanaten die alleen maar bloemen, heesters, sedum e.d. in hun tuinen en bakken hebben staan. Zij hebben wellicht ook wel iets eetbaars in hun tuin, maar weten dat niet eens, en als ze het wel weten zijn ze meestal niet over te halen om hun salades met de bloemen van de Oost-Indische kers op te fleuren of het blad van daslook te gebruiken voor een pittig uiachtig smaakje.

Niets nieuws
Het is allemaal al eerder gebeurd. In 1977 kocht ik het boekje van David Wickers met de titel: De stadsboer, ondertitel: Groente, fruit en kruiden kweken in de stad. Op de voorkaft zie een afbeelding van een kamer waar in de vensterbanken geen geraniums en sansevieria’s staan maar tomaten, peterselie, en snijsla. Het was de tijd dat ik op De Kleine Aarde in Boxtel werkte en aangestoken was met het virus alles zelf te willen doen en het milieu te sparen. Recycling hoorde daar ook bij. Een oude stenen pispot gebruiken als plantenbak vond ik leuk, maar het voorbeeld hoe je een bloempot op kon hangen in een soort net van macramé en kralen ging me toch duidelijk te ver.

Vierkantemetertuin
In de tussenliggende jaren had ik diverse volkstuinen, waar we  goed van hebben kunnen eten. De verhuizing naar een woonhuis met een flinke siertuin was de reden om daar mee te stoppen, omdat het te zwaar werd. Toch ging het dit jaar weer kriebelen en ik kwam op het idee gewoon in mijn schuurtje met lichtdoorlatend golfdakje wat bakken te vullen met aarde en wat te zaaien. De inspiratie kwam dit keer van een aantal websites over ‘square foot gardening’. Een vondst van een Amerikaan die op een klein oppervlak een zogenaamde kitchengarden bedacht met allerlei voordelen. Je kunt er altijd omheen lopen, water geven doe je niet bovenop de planten, maar bij de wortels, wat water spaart, en het ziet er ook heel leuk uit. Ook kun je zo’n tuintje bovenop tegels maken en ze op die manier wegwerken. Hier noemen we zo’n tuintje ook: viekantemeter tuin.

Geen tuin hebben hoeft je niet te beletten iets te ondernemen op tuingebied. Een huis met een serre of een kamertje met brede vensterbanken biedt mogelijkheden genoeg. Begin met keukenkruiden en zo iets gemakkelijks als  tuinkers, rucola en pluksla. Verzamel de zaden van de rode peper, paprika, tomaat, etc. Die hoef je dus niet te kopen. Rode peper bloeit eerst wit, daarna komen er groene pepertjes, dan worden ze oranje en uiteindelijk rood. Ook heel leuk om weg te geven of te ruilen met anderen. En dan is er ook nog het balcon, waar je, afhankelijk van de grootte, flink tekeer kunt gaan met hangende bakken, klimplanten tegen de muren, (zoals rood bloeiende pronkbonen) en bakken op de grond. En stop eens spruitende aardappels die je vergeten hebt in een grote bak met aarde. Voeg steeds wat aarde toe rond de stelen van de planten, dan creëer je meer plek voor de nieuwe aardappeltjes.

En voor mensen die in hun eentje tuinieren niet leuk vinden is er wellicht binnenkort een nieuw tv programma: Stadsboer(in) zoekt partner.

Meer info: http://www.makkelijkemoestuin.com/

Advertentie

Na weken hard werken, is het dan eindelijk zo ver. Lees meer op verhuisjegeld.nl


Hanneke van Veen

Populaire berichten & pagina’s

%d bloggers liken dit: