Hanneke van Veen

Archive for the ‘Hitte-eilanden’ Category

Sinds kort is bekend dat stadsdeel Scheveningen voorkomt in de rij van Haagse hitte-eilanden. Dat was even schrikken, want op hitte-eilanden is het niet goed toeven. Op de ergste hittegolf-dagen zijn we ons huis ontvlucht naar het heerlijk koele café van de openbare bibliotheek in het centrum. Boek en krantje lezen, wat drinken; zo was het wel uit te houden.

Tijdens de hittegolven van juli/augustus 2018 maakten Rob en ik een paar ritten naar een ernstig zieke zus. Onderweg zagen we veel weilanden met een vreemde geelbruine kleur met daarin koeien en schapen. Ze stonden vaak in groepjes bij elkaar, maar het ontbrak bijna altijd aan bomen waaronder ze in de schaduw konden schuilen tegen die extreme hitte.
Direct moest ik denken aan de actie ‘Bomen voor koeien’, gehouden van 2000 t/m 2008.  Zelf had ik daar geregeld aan gedoneerd: een geweldig initiatief. Na het bereiken van het aantal van 100.000 bomen stopte men er mee, want het doel was bereikt.

Herstart in 2018

Toevallig zag ik bij thuiskomst een berichtje op Facebook van een vrouw die zich ook bezorgd maakt over de extreme hitte die vee tijdens een hittegolf of andere hete periode moet doorstaan; gelukkig ben ik niet de enige die zich daar zorgen over maakt. De vorige actie staat uitgebreid beschreven op Wikipedia. Op een andere plek op internet bleek informatie te staan over een nieuwe actie met dezelfde naam: Bomen voor koeien 2018.

Stichting Waarde en Vroege Vogels zijn de initiatiefnemers. Je kunt weer bomen doneren  (slechts € 10 per boom) die in de weilanden worden geplaatst met hulp van boeren en de Landschappen. In mijn geval het Zuid-Hollands Landschap.
Graag wijs ik op deze mogelijkheid van doneren en hoop van harte dat veel mensen zullen meedoen het leven van vee (niet alleen koeien) beter te maken.
Bestel per mail bij info@waarde.nlGeef op welk aantal bomen u wenst, dan ontvangt u een bevestiging en factuur met certificaat.
Meer informatie over de actie op: waarde.nl/2018/08/08/bomen-voor-koeien-2018.

Advertentie

In de NRC las ik een recensie over het boek Stadsnatuur maken. Making Urban Nature. Maar liefst drie schrijvers hebben hier aan meegewerkt: Jaques Vink, Piet Vollaard en Niels de Zwarte. Zij stellen dat stedenbouwkundigen en architecten ‘natuur-inclusief’ moeten gaan bouwen, maar dat ook inventieve en natuurminnende bewoners zelf kunnen zorgen voor meer groen met o.a. dakterrassen en geveltuinen.

De overtuiging dat steden (en Den Haag, als een van de minst groene steden van Nederland al helemaal) stukken groener moeten worden om er gezond te kunnen leven is voor mij een vanzelfsprekend uitgangspunt. Het interesseert me al jaren en ik heb me als ‘natuurminnende’ bewoner niet onbetuigd gelaten om extra groen aan te brengen, waar dat maar enigszins mogelijk was. Want om te wachten tot de stedenbouwkundigen en architecten zover zijn; dat gaat me veel te lang duren. Dus aan de slag!
We (mijn echtgenoot Rob en ik) maakten in 2013 een site met informatie en tips hoe je als particulier in je eigen buurt, tuin en omgeving aan de slag kunt gaan: Meer groen? Zelf doen! Later maakten we ook een site over het gevaar van hitte-eilanden dat ontstaan in steden met dichte bevolking, te veel steen en te weinig groen, zoals Den Haag.
.

Zelf aan de gang, niet zo eenvoudig?

Al meer dan tien jaar geleden las ik onheilspellende verhalen over het gebrek aan groen in steden en besloot te proberen één vierkante meter extra groen toe te voegen aan de voor- en achtertuin die ik al had. Welgemoed begon ik met een paar bakken en emmers, die ik in de kringloopwinkel had gevonden. Uit m’n tuin haalde ik plantjes door middel van uitdunning en vulde die aan met vergeet-me-nietjes en viooltjes uit het tuincentrum.
Ik was heel tevreden, maar dat duurde niet lang, want toen ik precies ging meten kwam ik bij lange na niet tot die ene vierkante meter.
Daarna kwam er een stel sedum-bakken bij op het serredak van onze woning. En uiteindelijk is het ruim gelukt door een nieuw tuinhuisje achter in de tuin te bedekken met 6 vierkante meter sedum.
.

Valeriusstraat groener!

Ruim een jaar geleden verhuisden we naar een vrij groene buurt met een mooi park en water. Ik zag echter vlak bij onze woning een grote brede straat die weliswaar vol stond met bomen maar die  stuk voor stuk in kale, lelijke boomspiegels met zand stonden. Direct kwam het idee op om daar iets aan te doen door ze te veranderen in groene boomspiegels (ook wel boomtuintjes genaamd). Zou ik dat voor elkaar kunnen krijgen? En hoe moest ik dat regelen?
Dit voorjaar (april/mei 2017) lukte het om aarde en planten te krijgen van de gemeentelijke groendienst in onze wijk voor de eerste vijf boomspiegels.  Daarna kregen we een subsidie van Fonds 1818 voor de overige 26. Zie meergroenzelfdoen.nl voor een uitgebreid verslag met foto’s van elke boomspiegel.
Dit zou ik nooit alleen kunnen doen. Rob is vanaf het begin bij alles betrokken en werkt net als een aantal vrijwilligers hard mee om alles voor elkaar te krijgen. Zonder hun hulp en die van de winkeliers die zorgen voor het water geven en onkruid bijhouden zou het hele plan nooit van de grond gekomen zijn.
.

Honderd vierkante meter?

Nú vind ik het vooral spannend (in verband met mijn vroegere actie voor één vierkante meter) als dit keer 100 vierkante meter gehaald kan worden. Als de 7 boomspiegels uit de Lübeckstraat, inmiddels gemaakt door bewoners, door de activiteiten in Valeriusstraat op een idee gebracht, meegeteld worden zal het zeker lukken. En dat is niet niks!
.

Hoe nu verder?

Den Haag telt 116.000 zogenaamde straatbomen, bomen in bos en parken niet meegeteld. Van die meer dan 100.000 boomspiegels is maar een klein deel beplant. Een veel groter deel zou beplant kunnen worden. Sinds een aantal jaren zie je dat bewoners het aandurven om ‘hun’ boomspiegel voor de deur van planten te voorzien. Zoals bijvoorbeeld in de Haagse Theresiastraat, bekend om z’n stokrozenactie van bewoners. De Theresiastaat en een flink aantal zijstraten bieden een prachtige aanblik in de lente en deel van de zomer.
Ook dringt – langzaam maar zeker – tot groendiensten en schoffelaars door dat er een groot verschil is tussen planten en onkruid. Toch komt het nog voor dat zojuist geplant groen plotseling is verdwenen en alle moeite voor niets is geweest. Bewoners zijn hier niet blij mee, maar de aanhouder wint en het plaatsen van een bordje tussen het groen helpt.
Het is te hopen dat steeds meer bewoners hun straten vergroenen en, naast geveltuintjes, klimplanten, groene daken, balkons en plantenbakken, ook boomspiegels gaan beplanten. Als honderden of duizenden bewoners dat doen zal het zeker invloed hebben of het stadsklimaat. Want dan gaat het niet meer om één vierkante meter, niet om honderd, maar om duizenden, misschien wel tienduizenden vierkante meters.
.
En dat is belangrijk. Niet alleen heeft extra groen effect op de sfeer in de straten en op de gezondheid van bewoners, maar ook op de temperatuur en de lucht die we inademen.

Eind 2014 hoorde ik voor het eerst over hitte-eilanden en hittestress en over de bijzonder nare gevolgen zoals enorme hoeveelheden doden, zoals tijdens de hittegolf van 2006 in Europa. Daar kwam nog bij dat ik ontdekte zelf op een hitte-eiland te wonen. Reden genoeg om me er goed in te verdiepen. Rob was ook snel overtuigd van de ernst van dit verschijnsel en van de onbekendheid ermee bij de meeste mensen in onze omgeving. Het gevolg was dat een site het licht zag: hitte-eilanden.nl.
Persberichten en onze up-to-date lijst met perscontacten zorgde er al snel voor dat diverse kranten erover publiceerden en ook andere media zoals radio en tv er zendtijd voor uittrokken.

Nieuw gevaar, een plant?

Nu is er iets heel anders dat me zorgen baart: een plant die wereldwijd grote ellende kan veroorzaken en waar ik nooit iets van geweten had. Een plant? Ja een plant: de Japanse duizendknoop, een zeer gevaarlijke woekeraar. Eerst dacht ik dat het waarschijnlijk om een giftige plant zou gaan, maar nee, je kunt hem zelfs eten. Bovendien bevat hij de stof resveratrol waar je van kunt afvallen.
Ik ben direct op internet gaan zoeken en vond diverse (nogal tegenstrijdige) berichten. Op Wikipedia lees ik in een van de eerste zinnen: “De plant komt oorspronkelijk uit Japan, maar doet het ook in streken elders op de wereld erg goed”. Dat klinkt positief, maar dat is nu juist het grote probleem, hij doet het TE goed.

Verder in het artikel wordt duidelijk gemaakt dat deze woekeraar overal op de wereld rampen veroorzaakt. De groeikracht is zo sterk en extreem, dat de plant asfaltwegen laat openbarsten, ondergrondse leidingen kapot maakt, funderingen van woningen en andere gebouwen aantast, rivieroevers en dijken doet verzakken en ga zo maar door. De gevolgen kunnen desastreus zijn en in Engeland is aanplant en transport van de Japanse duizendknoop al bij wet verboden. Ook in Nederland is dit groene gevaar al op honderden plaatsen gesignaleerd. Men weet nog niet goed hoe het ’t meest effectief te bestrijden is, want de plant kan… meters diep de grond in gaan, meters hoog de lucht in en meters ver in de breedte groeien. Kleine stukjes en zaden die achterblijven bij pogingen de plant uit te roeien kunnen weer de oorzaak worden van een nieuwe uitbraak.
Net zoals een andere groene plaag, die beter bekend is, maar minder gevaarlijk: het zevenblad. Ook daar kan na grondige verwijdering een klein achtergebleven snippertje opnieuw ontkiemen en nieuwe planten doen ontstaan.

Hakken, stoom, varkens en geiten

Er is nog veel onduidelijkheid over de beste bestrijding van de Japanse duizendknoop. Triest is dat hier en daar ook  glysofaat/Roundup wordt gebruikt, terwijl dat zeer omstreden is. Werken met stoom en geregeld weghalen kan ook helpen, evenals geregeld weghakken, al mag het afval absoluut niet in de GFT-bak en op composthoop terecht komen. Een andere methode is varkens en geiten te gebruiken. In Renkum werden in 2015 en 2016 al varkens ingezet als bermbegrazers.

Veel informatie is negatief, maar af en toe ook positief. Zo is er een recept voor appeltaart met duizendknoop en wordt het dus als afvalmiddel gepromoot.

Het is allemaal nog niet even duidelijk en vaak tegenstrijdig, maar dat het om een ernstig probleem gaat op wereldschaal is duidelijk. Diverse gemeenten  roepen nu burgers op om meldingen te doen en om daadwerkelijk samen onder leiding van deskundigen de plant te lijf te gaan.

Voor wie zelf zijn licht wil opsteken, hieronder wat links.

Op 4-12-2015 (tijdens het klimaatoverleg in Parijs) is het gelukt om in de binnenstad van Den Haag twee zogenaamde klimaatbomen te planten in het Zeeheldenkwartier. Het initiatief kwam van de Bomenstichting Den Haag en hitte-eilanden.nl, die dit plan bij de gemeente Den Haag hadden ingebracht. De Gemeente ging akkoord en zorgde voor twee flinke bomen, een goede plek en publiciteit. Op het Jenny-plantsoen voegden bewoners zich tussen de andere belangstellenden en werd geluisterd naar de wethouders Revis en Wijsmuller, resp. van groen en duurzaamheid. Daarna werden de scheppen opgepakt en in de grond gestoken om de bomen te voorzien van de klaarliggende grond.
Een van de bewoonsters, een kleine tengere dame van tachtig wilde perse ook een schep om daadwerkelijk haar instemming te betuigen met het gebeuren. Ze vertelde dat ze erg blij was met de nieuwe bomen, want het kon flink heet worden op het stenen gedeelte van het plantsoen. Zie ook http://hitte-eilanden.nl/2015/12/03/den-haag-plant-twee-klimaatbomen/.

Trees-for-AllEn dan ben je thuis en denkt nog eens na over die twee bomen. Natuurlijk is het goed om in de minst groene wijk van de Haagse binnenstand bomen te planten en het zal ook wel een klein beetje helpen misschien. Hopelijk is de symbolische waarde groter. De boodschap is duidelijk: in de stad moeten meer bomen komen (of andere groene oplossingen), want er is veel meer nodig om het stadsklimaat beter te maken. New York plant niet voor niets maar liefst 1 miljoen bomen.
En dan hebben we het nog niet eens over het wereld-klimaat. Ook daar moeten we ons ernstig zorgen om maken. Als ik rijk was zou ik veel geld willen steken in bomen en bos. Maar wat gaat dat kosten? Googelen leerde dat de nieuwe bomen voor hetParkbos De Haar € 25 per stuk kosten, Trees for all kan in Nederland zorgen voor bomen van € 5 per stuk en op de Filippijnen heb je al voor € 3 een boom(je).
En gelukkig was ‘de directie’ van hitte-eilanden.nl het daar roerend mee eens. Met als resultaat 500 bomen als kleine bijdrage aan de oplossing het wereldklimaatprobleem. 

Op vrijdagmiddag 4 december 2015 worden in Den Haag twee klimaatbomen geplant in het Zeeheldenkwartier. Het planten van deze bomen is een initiatief van Hanneke van Veen van www.hitte-eilanden.nl samen met de Haagse afdeling van de Bomenstichting.

Klimaatbomen moeten (vooral in steden) goed bestand zijn tegen extra hitte, droogte en overvloed aan water en wind. Ook moeten ze (fijn)stof kunnen opvangen en schaduw te bieden. Geschikt als klimaatboom zijn (o.a.) bepaalde soorten eik, iep, esdoorn, honingboom en linde.

Klimaatboom Den HaagMeer bomen in Den Haag, absolute noodzaak
Twee bomen kunnen de ernstige Haagse problematiek van hitte-eilanden en klimaatopwarming natuurlijk niet oplossen. Maar zij staan symbool voor de wil en vastberadenheid van grote groepen Haagse burgers én het gemeentebestuur om deze problemen voortvarend aan te pakken. Simpel gezegd komt dat neer op:minder steen en meer groen. Want uit alle wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat vooral groen, met name bomen, de ernstige gevolgen van klimaatopwarming en het hitte-eiland-effect het beste kunnen tegengaan.

Zeeheldenkwartier moet groener!
Het planten vindt plaats op 4 december 2015 om 15:15 u in het Jennyplantsoen, achter de AH Elandstraat, tussen de Zorgvlietstraat en Hemsterhuisstraat. Het Jennyplantsoen bevindt zich in het Zeeheldenkwartier, volgens gemeentelijke opgave de minst groene wijk van Den Haag.

Wethouders Revis en Wijsmuller (beiden verantwoordelijk voor het Haagse groen) zijn bij het planten aanwezig en benadrukken daarmee ook het belang van de Klimaattop in Parijs voor Den Haag met – in vergelijking met andere grote steden in Nederland- de hoogste bevolkingsdichtheid en minste groen per inwoner. (* zie noot hieronder)

Meer informatie over dit initiatief
Hanneke van Veen

info@hitte-eilanden.nl
www.hitte-eilanden.nl

* Onderzoek laat zien dat een gemiddelde Haagse inwoner slechts 54 m2 groen heeft, terwijl de Amsterdammer er 64 en de Rotterdammer zelfs 77 heeft (cijfers Alterra, 2014).

Cijfers van het CBS (01-01-2015) laten zien dat 1 km2 in Rotterdam gemiddeld 2.966 inwoners heeft, in Utrecht 3.479, in Amsterdam 4.892 inwoners, terwijl dat er in Den Haag maar liefst 6.216 per km2 zijn.

Wim van Heteren woont in Veenendaal en is groendeskundige, die iets wezenlijks aan de orde stelt. Hij was jaren gemeenteraadslid, maar na zijn pensionering bleef hij actief op groengebied. Voor zijn woonplaats maakte hij – op verzoek van het gemeentebestuur – een berekening van de waarde van bomen en ander groen. Daarbij kwam hij uit op een bedrag van circa 9 miljoen euro voor 28.493 bomen en 7 miljoen voor al het andere groen. In totaal: 16 miljoen euro. LEES VERDER op Hitte-eilanden.nl.

Steeds duidelijker wordt dat veel groen in de stad een voorwaarde is voor leefbaarheid en gezondheid. Ook verticaal groen kan daar aan bijdragen. Zo’n groene muur neemt CO2 op, maakt zuurstof aan, filtert fijnstof uit de lucht en geef ruimte aan vogels en insecten. Ook beschermt een ‘verticale tuin’ bewoners ‘s winters tegen kou en ‘s zomers tegen de allerergste hitte.

Groene-muurHier en daar zie je prachtige voorbeelden met (groenblijvende) klimop, rozen of blauwe regen. Wel is het goed – als je je eigen gevel wilt laten begroeien –  vantevoren mogelijkheden en eventuele risico’s na te gaan.
Essentieel daarbij is het verschil tussen klim- en slingerplanten. Klimplanten, zoals klimop of klimhortensia, kunnen zelf tegen een muur opklimmen en hechten zich aan de stenen met een soort zuignapjes. SlingerplantSlingerplanten doen dat niet. Die hebben hulp nodig. Zij slingeren zich met ‘zoekende ranken’ om alles heen dat steun kan bieden. Een metalen, houten of kunststof rek kan die steun bieden. Of draden, tegen de muur aangebracht. Voordeel van slingerplanten is, dat ze vrij eenvoudig zijn te verwijderen, indien nodig is; ze veroorzaken geen schade aan muren. 

Bij klimplanten is verwijderen niet altijd makkelijk, want ze zitten meestal flink vast aan de muur. Op oude muren met kalkhoudende specie tussen de bakstenen kunnen ze schade aanrichten. Bij moderne huizen wordt nu hardere specie gebruikt en levert klimop geen schade meer op aan muren.

Andere problemen kunnen ontstaan als niet tijdig gesnoeid wordt, want klimmers (vooral klimop) kunnen zich met hun uitlopers in kleine spleetjes en grotere openingen (zoals kozijnen) wurmen en daar doorgroeien. Dan is schade niet denkbeeldig. Hun groeikracht is enorm, zodat ze met gemak dakpannen van hun plaats duwen, afvoerpijpen en goten verstoppen. Daarom is het begrijpelijk dat woningbouwverenigingen en VVE’s doorgaans tegen klimmers zijn.

Maar positieve aspecten zijn er ook, zoals hierboven al genoemd, en essentieel voor een leefbare toekomst van de stad. Als klimmers niet verwaarloosd worden, kunnen ze heel wat vierkante meters groen opleveren tegen muren, hekken, schuren en afrasteringen.

Hoe en wat planten?
Plant klimmers en slingeraars door wat stenen weg te nemen onderaan een muur. Wel op enige afstand, want anders droogt de grond te snel uit. Schep voldoende bouwzand weg en vervang door potgrond en een deel compost, eigenlijk dus door een smal geveltuintje te maken. Of neem een grote bak, bijvoorbeeld bij niet te grote slingerplanten. Houdt er wel rekening mee dat dan vaker water gegeven moet worden.

Klimmers zijn de alom bekende klimop (hedera), klimhortensia, de trompetklimmer (Campsis) en wilde wingerd die ’s winters haar blad verliest en – bij uitzondering – wél wat kalk kan onttrekken aan muren.

Wilde-wingerdSlingerplanten zijn o.a. clematis, kamperfoelie, sterjasmijn, passiebloem en blauwe regen. Met die laatste moet je bij oude planten toch ook uitkijken, want die kunnen zo sterk worden dat ze in een soort innige omhelzing een regenpijp kapot kunnen drukken. Dus hou hem in de gaten!

Ruim een jaar wonen we nu in een nieuwbouwpand in de Haagse Rivierenbuurt en hebben dus één winter meegemaakt. Al snel ontdekten we nauwelijks te hoeven stoken. Lager dan 17,5 graden hebben we het de hele winter niet kunnen krijgen, ook niet na een week afwezigheid met de CV helemaal uitgeschakeld. Onder de woonkamer is een crèche gevestigd, waar blijkbaar goed gestookt wordt. Met die gratis vloerverwarming hadden we nooit last van koude voeten en… heel laag gasverbruik. Wat wil je nog meer?

Maar de ervaring van bijna een week met tropische temperaturen was minder aangenaam. Dat hadden we al verwacht, omdat grote delen van het Haagse centrum te maken hebben met het hitte-eiland-effect, waarover we sinds december 2014…
LEES VERDER OP www.hitte-eilanden.nl.

 

Geboren ben ik in de koude, winderige marinestad Den Helder. Op m’n zestiende verhuisde ik, tot grote tevredenheid, naar het spannende Amsterdam. Nu woon ik al bijna vijftig jaar in Den Haag. Een stad waar ik eerst flink moest wennen (want een beetje saai en stijf), maar waar ik me toch al heel wat jaren thuis voel. Vrienden en kennissen vertelden me met grote stelligheid dat het vrij logisch is dat ik me hier prettig voel, omdat Den Haag vlak bij zee, strand en duinen ligt en bovendien bekend staat als ‘groene stad’ met al z’n parken en bomen.
Ik heb dat ook altijd geloofd, maar dat laatste blijkt echt niet te kloppen. Onderzoek laat zien dat een gemiddelde Haagse inwoner slechts 54 m2 groen heeft, terwijl de Amsterdammer er 64 en de Rotterdammer zelfs 77 heeft (cijfers Alterra, 2014). En die Hagenezen en Hagenaars (waaronder ikzelf) maar opscheppen over hun groene stad. Nu weet ik wel beter.
LEES VERDER op hitte-eilanden.nl.

In de bloemenwinkel van mijn vader stond op de etalageruit in grote witte letters zijn naam: Lydius van Veen. Vanuit de kamer achter de winkel las ik altijd: neeV nav suidyL. Dat klonk gek, maar eigenlijk was de naam Lydius ook al vreemd. Die paste trouwens wel bij hem, want hij was inderdaad een aparte man.
Hij had zeer uitgesproken meningen, was o.a. fel tegen het koningshuis en overtuigd pacifist. En… hij had een gruwelijke hekel aan namaakbloemen, plastic kerstbomen e.d. Want wat is er nou mooier dan echte bloemen, planten en bomen uit de natuur, hield hij ons altijd voor.

Zonneboom Oss

Zonneboom langs ‘Weg van de toekomst’ aan de N329, Oss.

Ook ik houd niet van namaakbloemen en plastic (kerst)bomen. Dat is blijkbaar erfelijk. Toch is mijn mening het afgelopen jaar iets veranderd. Dat gebeurde toen ik ontdekte dat er met enorme namaakbomen, voorzien van zonnepanelen, duurzame energie gewonnen kan worden. Nieuwsgierig maakten Rob en ik een autorit langs die acht bomen op de N329; indrukwekkend was dat.

Behalve energie bieden die ‘bomen’ ook schaduw op plekken waar het onmogelijk is echte bomen te planten. In de nogal stenige wijk waar ik woon zijn de mogelijkheden voor extra bomen beperkt door ondergrondse parkeergarages, leidingen e.d. Misschien zijn deze ‘zonnebomen’ geschikt op het hitte-eiland waar we wonen. De opgewekte energie is te gebruiken voor verlichting, fonteinen en/of verneveling om extra te koelen bij grote hitte.

Het liefst heb ik natuurlijk echte bomen, maar met bomen die energie en schaduw leveren had ik misschien zelfs mijn vader kunnen overtuigen, als hij nog geleefd had.

Meer inspirerende voorbeelden:


Hanneke van Veen

Populaire berichten & pagina’s

%d bloggers liken dit: